Responsive image

Update Almere statistiek
Vorige week ben ik geopereerd aan twee hielen. Daarbij hebben ze aan beiden kanten bot weggehakt. Na een eerste operatie in het Gooi Moord kwam ik op eerste aanraden van Carlo van Lienden bij dr. Heijboer terecht. Een zeer aardige orthopeed die na mijn 7 maanden, bloed, zweet en tranen et pijn aan beiden hielen, wilden opereren.
De ingreep is scopisch gedaan, wat wil zeggen dat er geen onnodig littekenweefsel ontstaat en het herstel ook (hopelijk) sneller verloopt. Ik zal alle pittige details besparen maar er is erg veel littekenweefsel uit de hiel gehaald. Vooral de kant waar het door gooi moord is gedaan.
Nu ik reeds een week verplicht op mijn kont zit, wat niet direct mijn favoriete bezigheid is geeft het me de ruimte om weer een allerlei zaken op te pakken die de afgelopen jaren zijn blijven liggen. Een van de zaken was de statistiek van de hele triatlon van Almere. Tijdens mijn actieve carrière als professional  vond ik het nodig om van o.a. Almere een statistiek op te bouwen om zo te zien waar ik aan toe was. De statistiek gaf mij inzicht in datgene waar ik aan moet voldoen om bij de top tien of op het podium te finishen.
Van elk jaar heb ik de top 50 genomen en de uitslagen verwerkt. Naast de eindtijden heb ik de procentuele verdeling berekend t.o.v. alle onderdelen (zwemmen, fietsen, lopen).
tabel 30 jaar almere overzicht
Tabel 1: overzicht van Almere over 30 jaar. De gemiddelde tijden van de top 10 tm top 50. SD :standaard deviatie,  zw:zwemmen, fi:fietsen, lo:lopen, tot:eindtijd, %F-L: procentuele verdeling fietsen lopen, %Z-L: procentuele verdeling zwemmen-lopen, %Z-F: procentuele verdeling zwemmen-fietsen, %Z-E: procentuele verdeling zwemmen-eindtijd, etc.

In deze tabel staan alle gemiddeldes over de laatste 30 jaar. Dit betekent dat wanneer je onder de 9 uur een hele triatlon kan volbrengen dat de kans groot is dat je in de top 10 terecht komt. Wat belangrijke informatie is dat de verdeling van het fietsen en lopen in de top 10 anders is dan die van de posities daaronder. Er is een klein significant verschil statistisch gezien. Wat ook opvalt is dat de relaties zwemmen fietsen en lopen ten opzichte van de eindtijd ook weer dat kleine significante verschil opleveren.
Hieruit valt onder andere op te maken dat wanneer je op een van de onderdelen beter bent het nog steeds mogelijk is om een wedstrijd goed te doen. Dus net onder het uur zwemmen maar daarnaast 4:35 fietsen en 3:05 lopen levert een eindtijd op van 8:40. Hiermee beland je zeker in de top 10. Aardig is om met deze wetenschap een te kijken wat jouw verdeling is op de hele en hoe je deze kan veranderen bij je volgende trainingsperiode i.r.t. jouw wedstrijd. Want klaarblijkelijk heb je een relatie fietsen –lopen nodig die in de buurt van de 63% ligt.
Opvallend is dat de bijdrage van zwemmen relatief klein is. Dus ook met minder tijdsbesteding aan het zwemmen kan je op de hele van Almere een heel eind komen mits je andere onderdelen goed zijn.
Volgende artikel zal ik de top tien van de afgelopen dertig jaar bespreken.

Groeten chris

 

Terug naar het referenties overzicht.